Benchmark: hoe future-proof is jullie performance-aanpak?

Veel organisaties die wij spreken, vragen zich af: is onze performance-aanpak eigenlijk nog modern genoeg?

De wereld van werk namelijk verandert razendsnel; mensen zoeken meer autonomie, betekenis en groei. Organisaties willen aan die vraag voldoen, maar ook duidelijke kaders stellen. Het is dus voor veel bedrijven een zoektocht: hoe verander je mee én houd je tegelijk structuur en richting, zonder terug te vallen in oude beoordelingsroutines?

Performance management zette de afgelopen jaren gelukkig flinke stappen, maar de context waarin mensen werken verandert nóg sneller. De arbeidsmarkt is structureel krap, generaties schuiven door, drijfveren verschuiven en technologie maakt samenwerking zowel vluchtiger als persoonlijker.

De wereld verandert sneller dan de gesprekscyclus

Elke generatie kijkt anders naar werk. Waar eerdere generaties vooral stabiliteit en zekerheid zochten, hechten Millennials en Gen Z meer waarde aan groei, zingeving en balans. Ze willen niet alleen weten wat ze moeten doen, maar vooral waarom.

Ze verwachten ruimte om te leren, feedback die helpt in plaats van controleert, en leidinggevenden die luisteren én richting geven.

Veel organisaties herkennen dat, maar worstelen met de vertaling naar hun gesprekscyclus. Want ook al zijn er check-ins en online dashboards, het gevoel van betekenis en groei blijft niet vanzelf overeind.

The Healthy Organization als lens voor performance

Onderzoek van Josh Bersin biedt een heldere lens op dit vraagstuk. Het laat zien dat toekomstbestendige organisaties verder kijken dan alleen welzijn of productiviteit. In zijn model The Healthy Organization onderscheidt hij vier niveaus van volwassenheid:

  1. Safety – fysieke én psychologische veiligheid.
  2. Wellbeing – aandacht voor vitaliteit, balans en mentale gezondheid.
  3. Healthy Work – realistisch werkontwerp, heldere doelen, gezonde werkdruk.
  4. Healthy Organization – leiderschap, groei en samenhang tussen mens en strategie.

Organisaties die dit vierde niveau bereiken, presteren aantoonbaar beter: ze trekken makkelijker talent aan, hebben lager verloop en realiseren duurzame groei.

Het model laat zien dat prestaties niet op zichzelf staan; ze zijn een afspiegeling van de ‘gezondheid’ van het systeem eromheen. Met andere woorden: performance is niet de uitkomst van je gesprekscyclus, maar van het totale organisatiesysteem.

Van meten naar versterken

Veel organisaties zetten inmiddels stappen richting continuous feedback — een belangrijke ontwikkeling die het hele organisatiesysteem raakt. Maar zelfs dan blijft performance vaak iets wat we meten, in plaats van iets wat we versterken.

Future-proof organisaties stellen zichzelf daarom bredere vragen:

  • Verbinding: voelen mensen zich gezien, gehoord en betrokken bij de koers?
  • Presteren: weten teams wat succes betekent, en kunnen ze dat zelf beïnvloeden?
  • Ontwikkeling: is groei een vanzelfsprekend onderdeel van het werk?
  • Doorgroei: zien mensen een pad voor zich, of stolt het talent onderweg?

Daarmee verandert de rol van performance management: van meetinstrument naar facilitator van groei en ontwikkeling. En wordt HR — samen met het MT — architect van ontwikkeling.

De nieuwe benchmark voor future-proof performance

Vooroplopende organisaties richten zich niet alleen op het verbeteren van gesprekken, maar op het ontwerpen van een systeem waarin goede gesprekken vanzelf ontstaan, ontwikkeling onderdeel van het werk is en doorgroei zichtbaar wordt.

Een systeem dus waarin doelen, feedback en ontwikkeling logisch met elkaar verbonden zijn, gedragen door leiderschap dat groei stimuleert in plaats van controleert.

De nieuwe benchmark voor performance draait niet om frequentie of formats, maar om samenhang: hoe goed sluiten jullie structuur, cultuur en leiderschap op elkaar aan?

Want pas als die drie in balans zijn, ontstaat een werkklimaat waarin mensen duurzaam kunnen presteren én ontwikkelen.

Dat betekent soms ook: durven loslaten. Oude gewoontes, vertrouwde rituelen of systemen die ooit goed werkten, maar nu eerder remmen dan versnellen. En dat voelt vaak spannend — juist omdat performance raakt aan identiteit, leiderschap en succes.

Maar organisaties die die stap durven zetten, ontdekken dat het niet gaat om controle verliezen, maar om ruimte creëren voor groei.

Tot slot: van controle loslaten naar duurzaam bouwen

Organisaties die deze benadering omarmen, merken dat hun performance-aanpak meer doet dan doelen stellen: zij bouwen aan cultuur, vertrouwen en veerkracht.

Het aanvankelijke ongemak van controle loslaten maakt vaak snel plaats voor trots: we bouwen duurzaam aan onze cultuur.

En dat is misschien wel de kern van future-proof performance: een systeem bouwen dat mensen helpt te verbinden, te presteren, te ontwikkelen en door te groeien, in balans met de organisatie die ze samen vormen.

Bron: gebaseerd op het model ‘The Healthy Organization’ van Josh Bersin (2021).